De gasten van de oeverzwaluwenwand - Daan Drukker

Vogels dragen allerlei parasieten met zich mee. Veerluizen, luisvliegen en allerlei ander gespuis is er als de kippen bij om gebruik te maken van de “faciliteiten” van vogels en hun nesten. Ook vlooien vormen een groep insecten met een innige relatie met warmbloedige dieren. De larven van vlooien leven van organisch materiaal in nesten van vogels en zoogdieren, waar ze zich voeden met afval en waar ze warmte en beschutting vinden.

Na de verpopping stappen ze over op een dieet van bloed. Meestal blijven ze geduldig in het nest wachten tot de gastheer terugkomt, maar vaak liften ze ook stukken mee in de vacht of tussen de veren. Er treedt vaak flinke selectie op gastheer op; een vlooiensoort op een spitsmuis zal niet op bloed van woelmuis kunnen teren, laat staan op dat van een vogel. Soms is de relatie zeer soortspecifiek, en zo ook bij de vlooien op Nederlandse zwaluwen. Op huiszwaluw zitten maar liefst drie soorten vlooien, en alle drie weigeren ze op andere vogels te gaan zitten. Op boerenzwaluw zit dan weer helemaal geen vlo, maar die heeft dan weer een specifieke luisvlieg. In Nederland zit er maar één soort vlo op oeverzwaluw, en ook deze soort komt niet op andere vogels voor.

Omdat ik graag zo veel mogelijk soorten vlooien van Nederland en België wil zien en fotograferen, mocht ik na het broedseizoen van 2021 mee met Ton Renniers naar de oeverzwaluwwand in de Munnikenpolder bij Leiderdorp. In de oude nestkasten aan de binnenkant van de wand ligt nog veel oud nestmateriaal. Daartussen wachtten de hongerige vlooien geduldig op de volgende lente tot de oeverzwaluwen weer terugkomen uit Afrika, in de hoop dat ze hun dorst konden lessen met een verse bloedmaaltijd. Die vlieger ging echter voor een deel van de vlooien niet op, want de meeste nesten werden schoongemaakt en een deel ging direct mijn plastic zak in. Ik zag al snel hier en daar een vlo wegspringen, en thuis ben ik ze goed gaan uitpluizen.

Met succes, ik vond in totaal 25 oeverzwaluwvlooien (Ceratophyllus styx). In Noord-Europa komt nog een tweede vlooiensoort op oeverzwaluw voor, maar die ben ik helaas niet tegengekomen. Om de vlooien goed te kunnen determineren moet je doden en behandelen met een aantal chemische stoffen om ze doorzichtig te maken, waarna je ze kunt bekijken onder de microscoop. Ik heb ze zowel levend, linksonder, als onder de microscoop kunnen vastleggen

Hongerige vlooien